Samstag, 7. September 2013

Goud: monetaire zekerheid in onzekere tijden

Parbode Magazine

donderdag, 31 januari 2013 23:00

Geschreven door  Winston Wirht


Econoom Winston Wirht werkt momenteel aan zijn promotieonderzoek. Dit jaar komt hij met een boek, met daarin zijn visie over de ontwikkeling van de goudsector. Suriname gaat een ‘gouden toekomst’ tegemoet, zei president Bouterse over de nieuwe gouddeals. Wirht waarschuwt voor een ‘papieren’ toekomst. Als voorschot een warm pleidooi voor het aanhouden van onze monetaire reserve in bikkelhard goud.
goud_zoekers.jpg
Dagelijkse studies van de internationale ontwikkelingen op financieel en monetair gebied en verwachtingen op basis van mijn analyse, zijn voor mij de voornaamste redenen om dit artikel nu te schrijven. Niet om de sensatie, maar om u deelgenoot te maken van mijn inzichten over de ontwikkelingsrichting van ons land als goudproducerend en -exporterend land. Dit tegen de achtergrond van de verwachte internationale financieel-monetaire ontwikkelingen. Een van mijn spirituele goeroes, Sai Baba, instrueert mij ook daartoe. Een gezegde van hem dat ik vrijwel altijd bij mij draag is: ‘Action without knowledge is foolishness, knowledge without action is useless’. Dit artikel gaat over het inzetten van goud ter versterking en verzekering van de monetaire positie van ons land tegen de achtergrond van de huidige wereldcrisis. In een eerder artikel dat uit 2010, stelde ik het pertinent oneens te zijn met het gevoerde beleid door wijlen André Telting als governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS). In de periode 2004-2010 werd gemiddeld slechts zeven procent van onze monetaire reserve in goud aangehouden, wat ik geen verstandig beleid vond. Wij waren al een goudproducerend en -exporterend land en toen al waren er indicaties dat de goudprijs zou stijgen.
Beleidskeuze 
Vanaf 2003 heeft de goudprijs een constant stijgende trend vertoond en is gemiddeld jaarlijks met 17,6 procent gestegen. Het beleid van Telting heeft erin geresulteerd dat Suriname tegen het eind van 2010 een monetaire reserve had van 757 miljoen USdollar. Maar dit had 1400 miljoen (85 procent meer) kunnen zijn als was besloten de monetaire reserve voor tien procent in ‘harde’ valuta aan te houden en negentig procent in goud. Zou dit beleid vanaf 2004 zijn ingezet, dan zou onze monetaire reserve zelfs 2.037 miljoen USdollar zijn geworden. Dit zou een verdubbeling zijn van de huidige 995 miljoen. Onze reserve zou nog vele malen hoger zijn geweest als het goud niet in de kluis gehouden was, maar ook echt belegd. Onder de huidige governor Gilmore Hoefdraad is het percentage weliswaar verhoogd en schommelt dit thans tussen de twaalf en dertien procent. Dat is nog veel te laag en mijn berekeningen wijzen uit dat als begin 2011 besloten was om onze monetaire reserve voor negentig procent in goud aan te houden, onze monetaire reserve nu 1.243 miljoen zouden zijn.
grafiek_1.jpg
Bogus’ goud 
Het jaar 2012 is gunstig geweest voor de goudprijs. Deze zou nog gunstiger zijn geweest, als de goudprijs niet bewust gemanipuleerd was. Wat velen niet weten, is dat op de zogenaamde ‘vrije’ internationale goudmarkt een aanzienlijk deel (zestig tot zeventig procent) van het aanbod bestaat uit ‘bogus’ goud; dat is goud dat op papier wordt aangeboden. De Federal Reserve Bank van de Verenigde Staten en andere grote Amerikaanse banken zijn hierin heel actief. Het lukt hen met enorme hoeveelheden gecreëerd kapitaal – met name USdollars – de goudprijs laag te houden. Dit manipuleren van de goudprijs zal echter niet lang houdbaar zijn en spoedig zullen we getuige zijn van een explosieve prijsstijging in 2013. Immers, de dollars die uit de ijle lucht weer gecreëerd zullen worden en in omloop gebracht, wordt tijdens de tweede termijn van president Barack Obama geschat op vijf tot zes biljoen USdollars. Daarmee zal de Amerikaanse staatsschuld verder oplopen naar 21 tot 22 biljoen USdollars, hetgeen terugbetaling van deze schuld onmogelijk maakt (dit punt werd al in februari 2010 bereikt).
Crisis in VS 
In de Verenigde Staten heerst een grote crisis. Schrijvers als Chris Hedges, Noam Chomsky, Paul Craig Roberts, Michel Chossudovsky, Andrew Gavin Marshall, Michael Parentini en schrijver/filmmaker Oliver Stone, tonen in hun boeken en artikelen aan, hoe allesomvattend de crisis van de Amerikaanse samenleving is. Zij geven aan dat deze crisis niet slechts een financiële crisis is, maar ook een sociaal-maatschappelijke, politieke en moreel-ethische en in feite op alle levensgebieden manifest is. Extreem grote verschillen in inkomens-, vermogens- en machtsverhoudingen, waarbij 47 procent van de samenleving tegen of onder de armoedegrens leeft. Met als gevolg dat zeventig procent van de Amerikaanse kinderen in armoede leeft. De levensverwachting in sommige delen van het ‘rijkste en machtigste’ land van de wereld is gedaald naar 48 jaar. Ook op het gebied van het milieu heerst een enorme crisis, die zich manifesteert door de ontkenning van de oorzaken en gevolgen van klimaatsverandering door de politieke elite in dat land. Volgens eerdergenoemde schrijvers bevindt hun land zich in ‘intensive care’. De hamvraag is derhalve: wat zal de positie worden van de USdollar en zal deze internationaal nog als handelsvaluta gebruikt kunnen worden?
tabel_1.jpg
Onze nationale positie
Het is moeilijk te bevatten dat in Suriname geen rekening wordt gehouden met deze internationale ontwikkelingen. Het mag bij de monetaire autoriteiten als bekend verondersteld worden dat de grote Centrale Banken van de wereld in Zwitserland bijeenkomen om de positie van goud binnen de internationale financieel monetaire verhoudingen te herzien. Het is te verwachten dat begin 2013 de positie van goud sterk omhoog gewaardeerd zal worden. De vraag is waarom onze monetaire autoriteiten niet inzien dat wij onszelf moeten beschermen tegen hetgeen van buiten op ons afkomt? Vragen zij zich niet af waarom rijke landen goud inzetten om hun economische positie te behouden en te versterken? Rusland heeft de afgelopen zeven tot acht jaar systematisch zijn goudvoorraad vergroot terwijl de VS, Duitsland, Italië en Frankrijk ondanks hun zeer sterke economische potentie, meer dan zeventig procent van hun reserve in goud aanhouden. In Nederland is dit percentage 59,8 procent. Geen van deze landen zijn goudproducerende landen. Moeten wij ons niet afvragen waarom deze landen dat doen? Zouden wij niet hetzelfde moeten doen, vooral omdat wij een goudproducerend en goudexporterend land zijn? Zien wij niet in dat goud geld is en geen krediet of schuld! Onze monetaire autoriteiten hoeven mij niet te geloven, maar hopelijk geloven zij JP Morgan wel! Dit steenrijke imperium lanceerde op 26 januari 2011 een artikel met de kop: ‘Gold is money; everything else is credit’. Wij zijn een goudproducerend land. In de periode van 2004 tot en met de eerste helft van 2012 hebben wij bijna zeven miljoen troy ounce aan goud geëxporteerd. In goudprijzen van vandaag gaat het om een waarde van ruim elf miljard USdollar. Waarom houden wij dan slechts twaalf tot dertien procent van onze monetaire reserve in goud aan? Dat is nog geen 2.400 kilo; nog geen acht procent van onze goudexport van 2011 en slechts één procent van onze goudexporten van 2004 tot 2012. Waarom kiezen wij ervoor om 87 tot 88 procent van onze monetaire reserve in USdollars en euro’s aan te houden, met alle kans op inflatie?
Goud en monetaire reserve
goud_zoekers_1.jpgGrafiek 1 laat zien wat de goudwaarde van onze monetaire reserve had kunnen zijn als Suriname die voor negentig procent in goud had aangehouden Tabel 1 geeft een overzicht van de ontwikkeling van de goudprijs (kolom 1), Suriname’s monetaire reserve in USdollar (kolom 2) en in kolom drie als die voor negentig procent uit goud had bestaan. Een analyse leert het volgende: de goudwaarde van de monetaire reserve vertoonde van 2004 tot en met 2008 een stijgende lijn, waarbij de dollarwaarde steeg met een factor 4,8 en de goudwaarde steeg met een factor 2,3. Onze monetaire reserve steeg van 2009 tot en met november 2012 met een factor van 1,37 terwijl de goudwaarde van onze monetaire reserve daalde met negentien procent. De daling ten opzichte van 2009 was het grootst in 2011; toen was de daling van de goudwaarde van onze monetaire reserve maar liefst 36,4 procent. Bij wijs beleid zou onze monetaire reserve vandaag een goudwaarde hebben van 1.246.161,3 troy ounce en dat zou een factor twee hoger zijn dan de huidige waarde.
Slotopmerking 
We moeten als goudproducerend en -exporterend land optimaal profijt trekken uit deze positie; met name als we deze positie afzetten tegen de achtergrond van internationale monetaire ontwikkelingen. Ik hoop dat ik dit jaar een aanvang kan maken met het empirisch deel van mijn promotieonderzoek, dat van belang is voor onze nationale ontwikkeling. Of daarvan gebruik gemaakt zal worden, zal een heel ‘welkome en prettige trendbreuk’ zijn, zoals een vriend van mij dat uitdrukt.
Ter onderbouwing van zijn artikel verwijst de auteur naar:
www.coinweek.com/commentary/political-campaign-lies-and-manipulation-of-gold-and-silver-prices/
www.gold-prices.biz/home/gold-price-manipulation-proven-on-the-intraday-charts.html?printerFriendly=true
www.presstv.ir/detail/189268.html
www.theeconomiccollapseblog.com/archives/it-is-now-mathematically-impossible-to-pay-off-the-u-s-national-debt
www.demonocracy.info/infographics/usa/us_debt/us_debt.html
www.angelnexus.com/o/web/40958
www.businessinsider.com/countries-biggest-gold-reserves-2012-3?op=1

De affaire-Abrahams

donderdag, 01 augustus 2013 00:00

De affaire-Abrahams

Geschreven door  

Ramon Abrahams
Het ontslag van Ramon Abrahams als minister van Openbare Werken kwam voor vriend en vijand als donderslag bij heldere hemel. Als vertrouweling van president Desi Bouterse leek hij onaantastbaar. Dus er moest wel echt iets aan de hand zijn om hem de laan uit te sturen. Parbode ging op onderzoek uit en ontdekte wat vrijwel iedereen wil doodzwijgen.
Stelen van de baas mag niet. En wordt, als het aan het licht komt, afgestraft door de rechter. Stelen van het volk is een doodzonde. Maar Ramon Abrahams komt er vooralsnog mee weg. Sterker nog, hij is eervol ontslagen en heeft daardoor nog tot eind dit jaar recht op een volledig salaris met toelagen, zo’n 25.000 srd bruto per maand. Ook daarna hoeft hij geen droge rijst te eten, want een directeurssalaris (zo’n tienduizend srd) ligt dan in het verschiet, plus onderstand en op termijn een leuk pensioen. En tot het einde van zijn levensdagen kunnen hij en de zijnen een beroep doen op vrije geneeskundige zorg (uiteraard op basis van eerste klasse). Maar Abrahams heeft dat allemaal eigenlijk niet nodig, want in de bijna drie jaar van zijn ministerschap is hij schatrijk geworden. Dat hij in augustus 2010 door president Desi Bouterse werd benoemd tot minister, was niet zo vreemd. De twee kennen elkaar al sinds eind jaren zeventig en trokken als militairen tijdens de dictatuur samen op, deelden lief en leed door dik en dun. Mati’s voor het leven dus, door het staatshoofd beloond met een ministerspost. Bovendien moest Bouterse wel: in 2006 verloor Abrahams zijn positie binnen het hoofdbestuur van de Nationale Democratische Partij (NDP). Die was daar niet blij mee en zou hebben gedreigd zich met enkele andere prominente partijgenoten, onder wie Jennifer Geerlings-Simons, af te scheiden en een nieuwe partij te beginnen. Bouterse wist de gelederen zoals zo vaak weer te sluiten en beloofde dat ze bij verkiezingswinst in 2010 een leuke functie zouden krijgen. Aldus geschiedde: Geerlings-Simons werd Assembleevoorzitter, Abrahams kreeg Openbare Werken onder zijn vleugels. In de bijna drie jaar die hij op het ministerie zat, heeft hij er echter een behoorlijke janboel van gemaakt. En volgens tal van bronnen zichzelf extreem verrijkt. Hoeveel precies weet niemand, want Bouterse doet er het zwijgen toe. Die heeft niet eens de werkelijke reden van het opmerkelijke ontslag bekendgemaakt. Parbode ging daarom op onderzoek uit en sprak met tientallen mensen, zoals aannemers, architecten, politici en partijgenoten van Abrahams. Ze komen allemaal tot dezelfde conclusie: tientallen miljoenen srd’s zijn verdwenen of over de balk gegooid. Over hoe Abrahams, die vorige maand zijn zestigste verjaardag vierde, met enkele vertrouwelingen op zijn ministerie te werk ging, doen verschillende aannemers een boekje open. Anoniem, want tegen de benen schoppen van de NDP zou ze in de toekomst wel eens nieuwe opdrachten kunnen kosten. Dat vrijwel alle opdrachten onderhands werden gegund, is inmiddels publiek geheim. “Als aannemer kon je niet inschrijven op een project, je werd gevraagd”, vertelt een bouwer. Hij haalt het voorbeeld aan voor het leveren en plaatsen van enkele duikers in de buurt van Lelydorp. “Mij werd gevraagd een offerte uit te brengen, die was vierhonderdduizend srd. Op het ministerie werd gezegd dat ik dit bedrag moest verhogen naar 480.000 srd en alvast tachtigduizend srd cash in een gesloten enveloppe moest afleveren bij een ambtenaar. Dan zou ik de opdracht krijgen. Dat heb ik toen gedaan. Natuurlijk wist ik dat dit niet de juiste procedure was, maar ik heb liever een gevulde orderportefeuille dan dat ik mensen op straat moet zetten. Bij vorige regeringen moest je ambtenaar ook wel eens wat toeschuiven om in een goed blaadje te komen. Dat gebeurde echter heimelijk. De opzichtigheid van nu verbaasde mij.” “Ik heb die tachtigduizend srd gebracht en kreeg het werk toebedeeld, heb het uitgevoerd en naar tevredenheid opgeleverd. Het erge is dat ik nu, ruim een jaar later, pas vijftigduizend srd heb ontvangen van het ministerie. Ik loop daar de deur plat om de rest ook te krijgen, maar word van het kastje naar de muur gestuurd.” Een collega-ondernemer heeft hetzelfde zelfs meerdere malen meegemaakt. Zijn bedrijf is gespecialiseerd in installatietechniek. “Ik heb sinds oktober 2010 zeven opdrachten gehad, variërend van enkele tienduizenden srd’s tot 2,5 miljoen. Elke keer is door het ministerie gevraagd om de prijs in mijn offerte op te drijven, soms met tien procent, maar ook weleens met 25 procent. En het verschil tussen de werkelijke offerte en het uiteindelijke factuurbedrag, moest ik vooraf afleveren. Alles bij elkaar opgeteld, heb ik 927.000 srd in enveloppen afgeleverd. Dat gebeurde meestal op het ministerie, maar ik ben ook een keer bij een topambtenaar thuisgeweest. In 2011 moest ik honderdduizend srd bij Ocer bezorgen, dat was voor de partijkas van de NDP.”
trouw jennifer geerlings simons en ramon abrahams
‘Vergeet ons niet hoor’
“Abrahams zelf was nooit aanwezig bij die betalingen, maar hij heeft bij verschillende gelegenheden door laten schemeren dat ze noodzakelijk waren om opdrachten te krijgen. ‘Vergeet ons niet hoor’, zei hij dan lachend. Ik weet zeker dat het grootste deel in zijn zak terecht kwam.” Zelf heeft de installateur momenteel weinig redenen om te lachen, hij heeft nog ruim drie miljoen srd tegoed voor opgeleverd werk. “Dat frustreert, zeker nu duidelijk is dat Abrahams een mooi leventje kan gaan leiden met geld van mij en anderen. Want de vraag is niet óf hij miljoenen gestolen heeft, maar hoeveel.” Parbode hoorde nog tientallen soortgelijke voorvallen aan. De betrokken aannemers gaan er allemaal vanuit dat ze hun geld uiteindelijk wel zullen krijgen, ze staan juridisch immers sterk. Maar wie zou denken dat ze na al hun ervaringen in de toekomst niet op dezelfde wijze zaken met Openbare Werken willen doen, heeft het mis. “We zullen wel moeten”, zo klinkt het. “Als we dat niet doen, hebben we geen werk meer. En eerlijk is eerlijk, we worden er zelf niet slechter van. Bij vorige ministers moesten we steekpenningen uit onze eigen zak betalen, nu krijg je het uiteindelijk via de ingediende rekening weer terug. Dus lanti betaalt nu in feite de steekpenningen zelf.”
openbare werken
Dure werkkamer
Kort na het aantreden van Abrahams werd al duidelijk dat hij niet de intentie had om zaken serieus aan te pakken, hij wilde zijn eigen belang voorop stellen. Zijn eerste daad was het renoveren van zijn werkkamer op het ministerie, voor de lieve som van 650.000 srd (volgens president Bouterse zelfs iets meer). Dat was volgens de minister toch echt een absolute noodzaak. In het parlement kwam hij gelijk flink onder vuur te liggen. Misschien was dat wel de reden dat hij zijn dienstvoertuig kort daarna liet bepantseren. Uiteraard ook op kosten van de belastingbetaler. Dat leverde opnieuw een storm van kritiek op, een minister van Openbare Werken zou eigenlijk niets te vrezen moeten hebben. Tenzij hij zich met vage zaakjes bezighoudt. Echt veel heeft Abrahams zich van die kritiek niet aangetrokken. Sterker nog, op 19 maart van dit jaar keurde de raad van ministers opnieuw een onderhandse gunning goed voor de renovatie van de werkkamer van de directeur Civieltechnische Werken. Die kostte welgeteld 714.784,80 srd. Oostwijk Contractors & Consultancy, waarmee Abrahams vriendschappelijke banden heeft, mocht de klus klaren. Hij kon ervan overtuigd zijn dat het werk in goede handen was, want ze hadden in 2010 ook zijn eigen werkkamer een facelift gegeven. Terwijl de kamers van de ministeriële top er keurig uitzien, moet de rest van de ambtenaren zich behelpen in smoezelige andere ruimtes aan de Jaggernath Lachmonstraat. Als ze Abrahams hadden mogen geloven, hadden ze eind vorig jaar een prachtige werkplek betrokken in een bijna futuristische nieuwbouw. Op 29 december 2011 presenteerde Abrahams het ontwerp van een twin tower-gebouw, met een echte ondergrondse parkeergarage en omgeven door een paradijselijk park. Binnen een jaar zou het er staan, zo verzekerde hij. Maar bijna twee jaar later is er nog geen steen gelegd. Zo beloofde hij zoveel. En als er al projecten werden uitgevoerd, dan ontbrak iedere transparantie. Opmerkelijk is dat Abrahams in al die jaren ongestoord zijn gang kon gaan en onderhands honderden opdrachten voor projecten verstrekte, vooral aan vrienden zoals architectenbureau Ulrich Bab en aannemer Oostwijk Contractors & Consultancy. Volgens de richtlijnen van de comptabiliteitswet moet voor projecten die meer dan dertigduizend srd kosten een openbare aanbesteding worden gehouden. Alleen in geval van calamiteiten mag daar van afgeweken worden, mits toestemming wordt verleend door de raad van ministers. Onder Abrahams is die comptabiliteitswet naar het schijnt volledig overboord gegooid. Volgens de oppositie is voor minstens 350 miljoen srd onderhands aanbesteed. Hij moet daarvoor dus de medewerking hebben gehad van de raad van ministers en van het ministerie van Financiën, dat uiteindelijk de gelden beschikbaar moest stellen. De Nationale Assemblee, die de minister behoorde te controleren, werd volledig buitenspel gezet. De oppositie heeft wel herhaalde malen vele misstanden aangekaart, maar was in feite machteloos omdat de voltallige coalitie weigerde daar serieus naar te kijken.
woning abrahams
Charles Pahlad
Maar uiteindelijk werd het graaigedrag van Abrahams kennelijk ook voor zijn eigen NDP te gortig. Als de waarheid in de aanloop naar de verkiezingen 2015 per abuis naar buiten was gekomen terwijl hij nog op zijn post zou zitten, zou dat desastreuze gevolgen kunnen hebben voor de uitslag. Het was Charles Pahlad, partijgenoot en bevriend met Abrahams, die president Bouterse op de hoogte bracht dat hun mati zich met wel erg veel duistere praktijken bezighield. Die kon uiteindelijk niet anders dan Abrahams bij zich roepen en op te dragen zijn portefeuille in te leveren. Dat gebeurde in de nacht van 10 op 11 juni tijdens een urenlang gesprek, waarbij over en weer harde woorden vielen en volgens getuigen flink werd geschreeuwd. Ter vergelijking: het gesprek kort daarvoor met minister Ginmardo Kromosoeto van Ruimtelijke Ordening, Grond en Bosbeheer (RGB), die gelijktijdig het veld moest ruimen, duurde slechts vijf minuten en verliep in ‘goede harmonie’. Pikant detail is dat Abrahams eind vorig jaar met drie anderen het ruim 25 meter lange luxe pleziervaartuig Seadog heeft gekocht van dezelfde Pahlad. Volgens velen betaald met geld van Openbare Werken. “Maar die boot heeft Abrahams ook echt wel nodig”, zegt een NDP-lid uit Wanica cynisch lachend. “Want hij heeft op Noord een prachtig huis laten bouwen waar hij nog niet zo lang geleden is ingetrokken, maar bij een beetje regen staat de straat onder water.”
Bouwkundige luchtkastelen
Naast de in deze reportage al genoemde nieuwbouw van het ministerie van Openbare Werken zelf, zijn er meer projecten die in het tijdperk-Abrahams met veel bombarie werden aangekondigd, maar in werkelijkheid nooit verder dan de tekentafel zijn gekomen. Dat valt ook wel te begrijpen: op het ministerie ontbreekt het aan deskundigheid. Dat erkende ook directeur Bouwkundige werken. Lloyd Kotzebue, in de Ware Tijd van 18 mei: ‘We hebben een tekort aan ervaren kader’. Wat hij niet vertelde, is dat de meeste ervaren deskundigen na de regeringwisseling in 2010 het veld moesten ruimen, omdat ze niet de juiste politieke kleur hadden. De meest opvallende luchtkastelen op een rij.
Highway naar Zanderij
Het moet het paradepaardje van de regering- Bouterse worden, zoals de brug over de Surinamerivier en de Coppename dat waren voor de NDP-regering onder leiding van president Jules-Wijdenbosch: een heuse snelweg via de bestaande Highway naar Zanderij. Met echte flyovers, een dubbeldeks van ‘t Hogerhuysstraat en andere infrastructurele hoogstandjes zoals we die in Suriname nog niet kennen. In 2011 zou begonnen worden met de werkzaamhen, China zou het allemaal financieren. Het werd uitgesteld naar begin 2012, eind 2012 en, volgens de laatste berichten, maart 2013. Daartoe tekende minister Abrahams in novermber vorig jaar zelfs een overeenkomst met ACE Consultancy. Het Chinese Dalian zou de klus gaan klaren, zoals ze al zeveel wegen hebben mogen aanleggen. Het is nu augustus 2013, van de nieuwe Highway is nog geen centimeter gelegd.
Ontwatering
De bestrijding van wateroverlast in stad en land is een hoofdpijndossier dat al bij opeenvolgende regeringen op het bord heeft gelegen. Tot nu toe wist niemand daar raad mee. Ook Abrahams heeft zich erop stukgebeten. Traditiegetrouw lopen bij fikse regenbuien grote delen van Paramaribo-Noord onder water, maar ook bijvoorbeeld Latour en gebieden in Marowijne kregen het in de afgelopen tijd zwaar te verduren. Abrahams beloofde natuurlijk voor structurele oplossingen te zorgen, maar kwam niet verder dan wat ad-hoc maatregelen, die weinig soelaas boden. Maar wat dat betreft verschilde hij niet veel van zijn voorgangers.
Brug over Corantijn
Al decennia wordt gesproken over het grote economische belang van een brug over de Corantijn, om het reizen naar buurland Guyana te vereenvoudigen. Eind 2010 werd een intentieverklaring getekend met Ballast Nedam Infra Suriname, dat in ruil voor een bedrag van 483.000 euro een voorstudie verrichtte. Daarna bleef het akelig stil, waarschijnlijk vanwege geldgebrek. Gelukkig is er nog een veerverbinding.
Carolinabrug
Deze brug over de Surinamerivier is een vervelende erfenis waarmee de regering-Bouterse werd opgezadeld. Zoals dat ook het geval wat met de brug Hamburg-Uitkijk over de Saramacca. Constructies die bijna klaar waren, maar bouwkundig aan alle kanten rammelden. Ballast Nedam kreeg direct na het aantreden van de regering opdracht om de brug tussen Hamburg-Uitkijk te voltooien, wat ook gebeurde. Met de Carolinabrug lag het anders, mede doordat deze enkele jaren eerder door een zandschuit total loss was gevaren. Daar moest een nieuwe oeververbinding voor in de plaats komen. Voortvarend werd een overeenkomst afgesloten met, alweer, Ballast Nedam. De Nationale Assemblee vond de aanneemsom echter buitensporig hoog en stak daar een stokje voor. Het bouwbedrijf ontving uiteindelijk 110.000 euro voor voorbereidend werk dat reeds was uitgevoerd. Daarna bleek dat Ballast Nedam de brug alsnog mag bouwen. Zichtbaar is dat nog niet.
Verlenging Ringweg
In het overheidsprogramma InfoAct werd enkele maanden geleden enthousiast verteld dat de Ringweg vanaf Munder zou worden doorgetrokken naar Weg naar Zee, om het verkeer uit het westen een vrije doorgang te geven naar Paramaribo- Noord. Dat moet vooral de Kwattaweg richting centrum, waar files een dagelijks probleem zijn, ontlasten. Gravende machines werden in beeld gebracht, maar ook dit project lijkt inmiddels te zijn vastgelopen. Ook van de ‘integrale reorganisatie van het verkeer langs de Ringweg met de daaraan gekoppelde zijwegen’, zoals door Henk Wip van de afdeling Verkeer in januari was aangekondigd, is nog niets terechtgekomen.

Openbare Werken en corruptie
Het ministerie van Openbare Werken is van oudsher een departement waar bewindslieden sterk in de verleiding komen om te sjoemelen. Meestal ontspringen ze de justitiële dans als het uiteindelijk aan het licht komt, een enkele keer lopen ze tegen de lamp en moeten ze brommen. Zoals VHP’er Dewanand Balesar, die van 2000 tot 2005 minister was. Die werd vanwege fraude veroordeeld tot twee jaar cel, waarvan hij zeventien maanden heeft uitgezeten. Enkele dagen na de verkiezingen van 2010 kwam hij vrij. Met hem verdween ook groot aantal ambenaren van zijn ministerie achter de tralies. Zijn voorganger Rudolf Mangal, minister onder Jules Wijdenbosch (1996-2000), ontliep vervolging terwijl de bewijzen voor het oprapen lagen dat hij zich op grote schaal had beziggehouden met corrupte praktijken. De regering- Venetiaan-2 had bij haar aantreden weliswaar aangekondigd hem voor het gerecht te slepen, maar liet dat uiteindelijk na. Ook over Ganeskoemar Kandhai (VHP), minister van 2005-2010, deden vele verhalen de ronde, maar echte feiten over misstanden zijn nooit aan het licht gebracht of in de doofpot gestopt. Gevreesd moet worden dat dit ook bij Ramon Abrahams gebeurt en hij ermee wegkomt. Zijn opvolger en partijgenoot Rabin Parmessar heeft beloofd het allemaal anders te zullen doen en dat de tijd van ondoorzichtige onderhandse gunningen voorbij is. Eerst zien, dan geloven.