Sonntag, 28. Juli 2013

Slavernij? Zand erover!

Parbode Magazine

Abenaston 1
Zonder slavernij zou Suriname nu geen tientallen Marrondorpen hebben. Immers, die dorpen werden opgezet door weggelopen slaven en nu bewoond door hun nazaten. Parbode bezocht een van de Marrondorpen: Abenaston aan de Boven-Suriname. En ontdekte dat het slavernijverleden daar, zoals in vele andere dorpen, nauwelijks meer telt.
Abenaston
De geschiedenis van Abenaston is, zoals van zoveel Marrondorpen in het binnenland, van tijd tot tijd roerig geweest. Jamens Zandveld en basja Jules Joonaa weten nog iets van die geschiedenis. Maar, benadrukken ze meermaals, het is een verhaal dat van generatie op generatie is overgedragen, dus of alle feiten precies kloppen zoals zij vertellen, weten ze niet zeker. Wat wel vaststaat, is dat Abenaston vanaf het begin het domein was van de Evangelische Broedergemeente (EBG). Ruim honderd jaar geleden verrees het dorp op de huidige plek. Enkele decennia eerder vestigde zich een groep Marrons zich even verderop aan de rivier, maar al snel bestond daar onderlinge onenigheid. Na verloop van tijd en nog wat omzwervingen trok het ene deel naar de plek waar nu Botopasi ligt, het andere deel stichtte Abenaston. De kerk speelt vandaag de dag nog altijd een belangrijke rol. “Iedereen is gedoopt, maar niet iedereen gaat meer naar de kerk”, zegt hoofddienaar Jamens Zandveld met voelbare spijt. Om er haastig aan toe te voegen: “Maar er is geen sprake van vijandschap hoor”. In het verleden heeft de Gemeente Gods Bazuin wel pogingen ondernomen om voet aan de grond in Abenaston en omringende dorpen te krijgen, overigens zonder veel succes. “Ze hebben destijds van het dorpsbestuur alle kansen gekregen, maar toen ze een overledene vlak naast een kreek wilden begraven, zorgde dat voor veel opschudding.” Dat betekende exit Gods Bazuin, ze moesten vervolgens aan de overzijde van de rivier hun heil en zieltjes zoeken. Marrontradities en religie gaan volgens Joonaa goed samen. “Ondanks de cultuurverschillen wordt daar goed mee omgegaan. Alleen de azan pau, de geestenpoort bij de ingang van het dorp aan de rand van de rivier, staat de EBG niet toe. In tegenstelling tot de katholieke kerk.” Toch lijkt de EBG ook in Abenaston terrein te verliezen. Volgens Zandveld is er vooral de laatste decennia veel veranderd in Abenaston. Het wegtrekken van vooral jonge mannen naar de stad, vindt hij een kwalijke zaak. “En de jeugd van nu heeft weinig respect meer voor de ouderen. Ze schreeuwen tegen hun moeders en presteren slecht op school. Ik ga ook regelmatig naar de klassen om ze te vertellen dat ze respect moeten hebben en beleefd moeten zijn, maar het heeft niet veel effect. Kunt u straks niet even naar school gaan om de kinderen toe te spreken? Misschien dat ze wel naar u luisteren.” We bedanken vriendelijk voor het aanbod, maar gaan er niet op in. De viering van de afschaffing van de slavernij zal in de meeste Marrondorpen ongemerkt voorbijgaan. Het leverde immers alleen de huidige stadscreolen de vrijheid op, de Marrons hadden die al zelf weten te krijgen door weg te lopen. Dus het is niet hun feestje. In Abenaston denkt iedereen daar zo over, ook de jongeren. “Als er geen slavernij was geweest, was ik er nu ook niet”, zegt de dertienjarige Willem. Daar valt geen speld tussen te krijgen; bij de lessen over voortplanting heeft hij kennelijk goed opgelet. “Het is een stadsfeest, voor ons is de Dag der Marrons belangrijker. We kijken ook niet met wrok op de slavernijperiode terug”, zegt Zandveld. “Wat in het verleden is gebeurd, was fout. Maar door de slavernij af te schaffen, hebben de Hollanders dit ook erkend. Dus zand erover. “De zwarten en de blanken kunnen nu niet meer zonder elkaar. Daarom krijgt een zwarte als hij bij een blanke komt of andersom, altijd een bordje eten. Er bestaat bij ons dus absoluut geen wittenhaat. We zien elkaar wel degelijk staan. Mijn zoon is zelfs getrouwd met een blanke. We kunnen elkaar helpen. En als de blanken hier ontwikkeling willen brengen, dan zijn ze van harte welkom.” De roep van de stadscreolen om een slavernijmonument, begrijpt hij niet helemaal. “Waarom moet dat in de stad komen, waarom niet in een van de bosnegerdorpen.” Dat sommige nazaten in Paramaribo herstelbetalingen van Nederland eisen voor het onrecht dat hun voorouders is aangedaan, vindt hij onzin. “Maar ja, als Nederland toch wil betalen, dan ga ik natuurlijk geen nee zeggen. Het geld moeten ze echter niet aan de stadsnegers geven, maar aan hen die gevochten hebben en de vrijheid hebben afgedwongen. De bosnegers dus, de stadsnegers hebben niks gedaan.”
Abenaston 2
Marrondorpen en de slavernij
Slaven die de kans kregen, vluchtten weg van het onmenselijke leven op de plantages. Zij werden ‘Marrons’ genoemd, afgeleid van het Spaanse woord ‘címarron’, waarmee ontsnapt vee werd aangeduid. De bewoners van de Marrondorpen gebruiken dit woord zelf nauwelijks, ze geven de voorkeur aan ‘bosnegers’. Al in de tijd van de Engelse kolonisatie waren er in Suriname Marrons. De meeste van hen waren alleen of in kleine groepjes weggelopen. Volgens schattingen nam in de achttiende eeuw ruim tien procent van alle slaven de vlucht. Om uit handen van de plantage-eigenaren te blijven, trokken ze naar de meest ontoegankelijke gebieden. De veiligste manier was om de rivieren naar het zuiden te volgen. Na het passeren van stroomversnellingen waren de Marrons vaak veilig. Vaak vonden de weggelopen slaven elkaar in het bos, bouwden hutten en legden kostgrondjes aan. Zo ontstonden de eerste Marrondorpen, vooral in het gebied tussen de Surinamerivier en de Saramacca. De mannen waren destijds veruit in de meerderheid. Marrondorpen hadden dus altijd een gebrek aan vrouwen. Ook naar voedsel, geweren, kogels, buskruit, kapmessen, zaai- en pootgoed was men altijd op zoek. Zowel voor vrouwen als voor de schaarse producten waren de Marrons aangewezen op de plantages. Dat leidde tot vele aanvallen op plantages, waarbij veel blanken werden gedood en plantages in vlammen op gingen. Bij de aanvallen werden vrouw- en kinderslaven ontvoerd en werden wapens en producten gestolen. Tussen 1760 en 1767 werd er officieel vrede gesloten met de belangrijkste Marrongroepen. Er werd onder andere afgesproken dat de marrons jaarlijks de benodigde artikelen van de koloniale overheid zouden ontvangen. Hierdoor zouden ze geen plantages meer hoeven te plunderen. In ruil daarvoor werden de Marrons verplicht om gevluchte slaven uit te leveren aan het koloniale bestuur.

Foute leiders en hun vrienden

 Parbode Magazine

Dat in ons land tal van politici rondlopen met een allesbehalve schoon blazoen, is geen nieuws. Maar dat er zoveel het nu voor het zeggen hebben op het hoogste niveau en zij ook hun vrienden en familieleden met strafbladen aan mooie baantjes hebben geholpen, is opvallend. Is Suriname overgeleverd aan criminelen?
In veel democratische landen is het ondenkbaar dat je politiek carrière kunt maken als je een strafblad hebt. Sterker nog, je kunt het wel vergeten als er alleen maar verdenkingen bestaan dat je op een of andere manier een scheve schaats hebt gereden. Integriteit is een absolute voorwaarde. Uitzonderingen zijn er natuurlijk altijd, ook in zogenaamde ontwikkelde landen. Neem nu Italië: daar holt oud-premier Sylvio Berlosconi al decennia achter elkaar van het ene naar het andere schandaal. Hij wordt onder meer verdacht van grootschalige belastingontduiking, seks met minderjarigen, machtsmisbruik, omkoping en corruptie. Bovendien bestaat het vermoeden dat hij nauwe banden heeft met de maffia. Hij is inmiddels tot een jarenlange celstraf veroordeeld maar heeft nog geen dag gezeten. Dankzij zijn macht, invloed en geld weet hij de zaken in hoger beroep eindeloos te rekken. Voor veel Italiaanse kiezers zijn zijn criminele handelingen geen reden om hem ook politiek af te straffen: eerder dit jaar scoorde hij (weer) goed bij de verkiezingen, waardoor zijn partij opnieuw in het machtscentrum zit. In veel Afrikaanse (ontwikkelings)landen is het niet veel anders. Om een paar voorbeelden te noemen: president Robert Mugabe van Zimbabwe tiranniseert zijn bevolking en land al meer dan een kwarteeuw en heeft, door democratische ogen gezien, waarschijnlijk iedere wet overtreden die te overtreden valt. Maar terwijl zijn onderdanen in bittere armoede leven, baden hij, zijn familie en vrienden in grote weelde en bekleden de meest cruciale functies. Een van de weinige staatshoofden die onze president Bouterse tot zijn vriendenkring mag rekenen, Teodoro Obiang Nguema Mbasogo van Equatoriaal-Guinea, wordt internationaal beschouwd als een schurk. Al 34 jaar maakt hij met zijn familie en vrienden de dienst uit in het armlastige West-Afrikaanse land. Hij wordt beschuldigd van onder meer mensenrechtenschendingen, corruptie en drugshandel. Maar tot een veroordeling zal het voorlopig niet komen, want ook de rechterlijke macht heeft hij in een ijzeren greep. In Suriname kunnen we er ook wat van. In elke regering heeft wel een persoon met een besmuikt verleden het mede voor het zeggen gehad, de huidige regering-Bouterse grossiert echter in topfunctionarissen met een strafblad. Parbode zet de tien meest opvallende personen op een rij. De lijst is vele malen langer, maar we beperken ons tot mensen die een vooraanstaande functie in en rond het machtscentrum bekleden. Conclusie: als je politicus bent, ontspring je maar al te vaak de dans. Wat je ook uithaalt, je wordt niet snel aan de kant geschoven. En kun je schaamteloos je al even foute mati’s of familieleden bevoordelen.

Desi Bouterse
Huidige functie: president van de Republiek Suriname
Veroordeeld voor: betrokkenheid bij drugstransport (Nederland, 1999, bij verstek)
Vonnis: zestien jaar, in hoger beroep teruggebracht tot elf jaar
Straf uitgezeten: nee
Familie (vader) van: Dino Bouterse
Schandalen: De legerleiding van bevelhebber Bouterse zou in de jaren tachtig betrokken zijn geweest bij drugshandel met de Colombiaanse drugsbaron Pablo Escobar. In 1983 werd vijftig miljoen USdollar overgemaakt via enkele dubieuze Colombiaanse zakenmannen. Toen president Shankar deze mannen verbood naar Suriname te komen, werd hij afgezet middels de ‘telefooncoup’. De Colombianen waren weer welkom. Uit in 2011 door Wikileaks openbaar gemaakte stukken uit 2006, zou blijken dat Bouterse met hulp van de Guyanese drugsbaron Roger Khan wapens voor de FARC heeft geleverd in ruil voor drugs. Parlementariër Rashied Doekhie zou Bouterse en Kahn aan elkaar voorgesteld hebben. Bouterse en Doekhie zouden Khan bij die gelegenheid meteen gevraagd hebben enkele huurmoordenaars te leveren om toenmalig minister van Justitie Chan Santokhi en procureur-generaal Subhaas Punwasi te liquideren. In 2011 bleek uit de nalatenschap van publicist Willem Oltmans dat deze in de jaren tachtig voor Bouterse had bemiddeld in een wapendeel met de veroordeelde handelaar Theo Cranendonk. Naast de geruchten over en een veroordeling wegens betrokkenheid bij drugstransporten, is de president ook hoofdverdachte in het 8-Decemberproces. Op 8 december 1982 werden vijftien critici van het militaire bewind, onder leiding van Desi Bouterse, gemarteld en vermoord. Nadat uiteindelijk het rechtsproces op gang was gekomen, verleende de president bij voorbaat amnestie aan alle verdachten. Daarnaast wordt hij vanwege zijn functie al legerleider in de jaren tachtig ook gezien als hoofdverantwoordelijke voor de Moiwana-slachting in 1986.

Dino Bouterse
Huidige functie: leidinggevende Counter Terrorism Unit (CTU)
Veroordeeld voor: actieve betrokkenheid bij internationale drugshandel en wapensmokkel (Paramaribo, 2005)
Vonnis: acht jaar
Straf uitgezeten: drie jaar
Familie (zoon) van: Desi Bouterse
Schandalen: Dino was in 1994 medeverdachte bij een cocaïnezaak waarbij drie Brazilianen verdwenen. Ook zou hij opdracht gegeven hebben tot een overval op de drugsdealers. Na zijn arrestatie zat hij vijf maanden in voorarrest. Dino moest worden vrijgelaten vanwege een procedurefout. Toen de rechtszaak begon, trokken de getuigen hun verklaring in. Eerder werd Dino ervan verdacht in 1993 het televisiestation STVS in brand te hebben gestoken. Zijn auto was namelijk kort voor de brand bij het tv-station gezien. In 1999 raakte Dino opnieuw in opspraak. Hij werkte toen op de ambassade in Brazilië (onder ambassadeur Rupert Christopher, ook in verband gebracht met de Decembermoorden en cocaïnesmokkel). Volgens een Braziliaanse parlementaire onderzoekscommissie zou de Surinaamse ambassade een ‘spilfunctie’ bekleden in de drugshandel. In diezelfde periode toonde een belangrijke Braziliaanse drugsbaron tegenover een Nederlandse journalist zijn adresboekje, waarin de mobiele nummers van vader en zoon Bouterse stonden genoteerd. Daar deed hij volgens eigen zeggen ‘regelmatig’ zaken mee. Overigens pleegde Christopher enkele jaren later in Paramaribo ‘onder verdachte omstandigheden’ zelfmoord. In 2002 werd Dino ervan verdacht ruim zeventig wapens, waaronder twintig automatische geweren, te hebben gestolen van de Centrale Inlichtingen en Veiligheidsdienst (CIVD). Een jaar later werd hij - met een vals paspoort - gearresteerd en aangeklaagd wegens wapenhandel. Nadat de belastende verklaring werd ingetrokken, werd Dino wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken.

Ronnie Brunswijk
Huidige functie: parlementariër en voorzitter ABOP en A Combinatie
Veroordeeld voor: een bankoverval (Paramaribo, 1986, bij verstek), nog eens voor diezelfde bankoverval (Paramaribo, 1995), voor het neerschieten van een vermeende inbreker (Paramaribo, 1994) en tot slot voor cocaïnehandel (Nederland, 1999, bij verstek)
Vonnis: respectievelijk vijf jaar, tien maanden, acht maanden (zes voorwaardelijk), acht jaar
Straf uitgezeten: twee maanden
Familie (broer) van: Leo Brunswijk, werd er in 1991 van verdacht een Nederlandse man te hebben ontvoerd, mishandeld en met de dood bedreigd. Ronnies twintigjarige zoon en even oude dochter werden in 2005 op Aruba gearresteerd wegens drugssmokkel.
Schandalen: Laten we de guerrillaactiviteiten in het kader van de Binnenlandse Oorlog (explosies, brandstichting en diverse overvallen) vanwege ruimtegebrek maar even vergeten. In 1990 werden Brunswijk en negen anderen, onder wie Eddy Josefzoon, aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij drugshandel. Bij de actie kwamen twee lijfwachten van Brunswijk om het leven. Vanuit Frankrijk zou er nog een arrestatiebevel zijn wegens drugssmokkel. In 1993 werd tegen Brunswijk een klacht ingediend wegens ontvoering, diefstal en afpersing. Ook kwam hij een aantal keren in opspraak in verband met geweldsdelicten rond voetbal. Het zijn er teveel om allemaal op te noemen. Zo bedreigde hij in 1993 het publiek bij een voetbalwedstrijd met een handgranaat en een pistool. In 2005 werd hij voor vijf jaar geschorst door het tuchtcollege van de Surinaamse Voetbalbond (SVB), omdat hij de voorzitter van een voetbalclub bedreigd had met een vuurwapen. Dat besluit werd later wegens gebrek aan bewijs weer ingetrokken. De SVB ging in hoger beroep. Daarna volgden nog enkele incidenten. In 2012 werd hij als speler voor een jaar geschorst vanwege wangedrag (uitschelden). Daarop uitte Brunswijk zich ‘met liederlijke taal’ tegenover de leden van de Tuchtcommissie. Maar ook buiten het voetbalveld weet Bravo zich niet altijd te gedragen. Zo sloeg hij in 1995 twee burgers in het politiebureau van Moengo, en in 2007 liet hij zich helemaal gaan toen hij collega Rashied Doekhie in De Nationale Assemblee een flink pak slaag verkocht.

Paul Somohardjo
Huidige functie: Fractieleider Volksalliantie/Pertjajah Luhur
Veroordeeld voor: verboden vuurwapenbezit (Rotterdam, 1986), verboden vuurwapenbezit (Den Haag, 1987), schending van de eerbaarheid van tienermeisjes (Paramaribo, 2003)
Vonnis: drie weken onvoorwaardelijk (met twee maanden voorwaardelijk), drie weken voorwaardelijk met
proeftijd van twee jaar, twee maanden voorwaardelijk
Straf uitgezeten: ja
Schandalen: Tijdens een live-uitzending van een Nederlandse talkshow in 1984 raakten Paul Somohardjo en de chauffeur van Bouterse-aanhanger Rob Wormer slaags. Even later vielen er twee schoten in de studio. Wie de schutter was, is nooit bekend geworden. Somohardjo raakte na zijn veroordelingen van de jaren tachtig weer in opspraak in 2001, omdat hij van de Nederlandse Woninggroep Suriname vijfentwintigduizend Nederlandse gulden zou hebben ontvangen. Ook zou Somohardjo volgens de secretaris van de stichting Bouw en Exploitatie Woningen tweehonderdduizend USdollar steekpenningen hebben geëist na het tekenen van een intentie-overeenkomst voor de bouw van duizend woningen. In 2002, Somohardjo was toen minister van Sociale Zaken, werd bekend dat hij nog als Nederlander stond ingeschreven in het bevolkingsregister van Rotterdam. Dat is verboden bij wet voor een Surinaamse minister. Na zijn veroordeling wegens ‘schending van de eerbaarheid’ in 2003, vroeg Somohardjo ontslag aan als minister van Sociale Zaken. Dit werd aanvaard. Later bleek echter dat hij als adviseur werkte voor zijn opvolger Samuel Pawironadi. In juni 2006 kwam ‘Somo’ opnieuw in het nieuws, nu omdat hij twee keer achter elkaar een stuk grond had uitgegeven aan een aan hem gelieerde stichting. En dan was er nog de bekende vechtpartij in De Nationale Assemblée in 2007. NDP-parlementariër Rashied Doekhi ging met Somohardjo in discussie en gaf hem een duw. Hierop smeet Ronnie Brunswijk Doekhie tegen de vlakte. Toen Doekhie al half was uitgeschakeld, gaf Somo hem nog een trap na.

Errol Alibux
Huidige functie: adviseur van president Bouterse
Veroordeeld voor: valsheid in geschrifte en oplichting van de Staat Suriname (Paramaribo, 2003)
Vonnis: één jaar
Straf uitgezeten: deels, kreeg in augustus 2004 gratie
Schandalen: Alibux is verdachte in het 8-Decemberproces van 1982. Volgens een getuige was hij in Fort Zeelandia tijdens de martel- en moordpartij waarbij vijftien critici van het toenmalig bewind werden afgeslacht. Ook zou hij lid zijn geweest van de Bloedraad, een groep die de Decembermoorden van 1982 voorbereidde door onder meer de dodenlijst op te stellen. William Thomas Wolfe, een Amerikaanse getuige in de drugszaak tegen Desi Bouterse, verklaarde in 1999 ook zaken te hebben gedaan met Alibux.

Etienne Boerenveen
Huidige functie: president-commissaris Staatsolie, voorzitter Werkgroep Herstructurering Huisvestingssector
Veroordeeld voor: betrokkenheid bij drugshandel (Miami, 1986)
Vonnis: twaalf jaar
Straf uitgezeten: Vier jaar, daarna vervroegd vrij wegens goed gedrag. Ingewijden vermoedden dat de Verenigde Staten een deal met  Suriname hebben gesloten: in ruil voor deze opmerkelijk snelle vrijlating geen drugstransporten meer naar dat land.
Schandalen: Boerenveen is een van de verdachten in het 8-Decemberproces. Volgens enkele getuigen zou hij Surindre Rambocus op 8 december 1982 naar Fort Zeelandia hebben gebracht, alwaar Rambocus later vermoord werd. Boerenveen was in 1994 tevens een van de verdachten in een Nederlands justitieel onderzoek naar drugshandel door het Surikartel. Deze zaak werd echter wegens gebrek aan bewijs geseponeerd.
Romano Meriba
Huidige functie: leidinggevende Counter Terrorism Unit (CTU)
Veroordeeld voor: roofmoord op een juwelier, poging tot beroving van een bankdirecteur en het gooien van een handgranaat naar de Nederlandse ambassadeur (Paramaribo, 2005)
Vonnis: vijftien jaar
Straf uitgezeten: deels, na zes jaar (plus voorarrest) gratie gekregen
Familie van: pleegzoon van Desi Bouterse, neef van Soewarto Moestadja.
Schandalen: Op 30 maart 2012 werd Meriba opnieuw aangehouden door de politie. Hij zou de avond ervoor een politieagent en een burger in een dancing hebben mishandeld. De aangifte werd echter ingetrokken en Meriba werd diezelfde dag weer vrijgelaten.
Willy Soemita
Huidige functie: voorzitter KTPI (onderdeel Megacombinatie)
Veroordeeld voor: het aannemen van steekpenningen (Paramaribo, 1977)
Vonnis: één jaar
Straf uitgezeten: ja
Hans Jannasch
Huidige functie: beveiliging president Bouterse
Veroordeeld voor: mede-opzetten grootste xtc-laboratorium van het Caribisch gebied aan de Henkielaan
(Paramaribo, 2004)
Vonnis: acht jaar
Straf uitgezeten: deels (in 2010 vervroegd vrijgelaten)
Otto Aalstein
Huidige functie: beveiliging president Bouterse
Veroordeeld voor: mede-opzetten grootste xtc-laboratorium van het Caribisch gebied aan de Henkielaan
(Paramaribo, 2004)
Vonnis: acht jaar
Straf uitgezeten: deels (in 2010 vervroegd vrijgelaten)